A, B en C

“Gelukkig, mijn zoon (of dochter) kan zwemmen.”, verzucht menig ouder nadat hun kind is geslaagd voor het A-diploma. Vaak hebben ouders er een wekelijks bezoek aan het zwembad opzitten van ruim een jaar.

Toch is niets minder waar. Na een A-diploma kan het kind een beetje zwemmen. Pas ná het behalen van het C-diploma kan je als ouder zeggen dat je kind echt kan zwemmen en kan je hem of haar met een gerust hart in het diepe zijn gang laten gang. De reeks diploma’s heet niet voor niets “het Zwem-ABC”.

Het is net als met het ABC – of: het alfabet – het feit dat je de verschillende letters kent, wil nog niet zeggen dat je kan lezen…. En zo moet je het ook zien met de zwemdiploma’s.

Heel veel ouderen hebben de diploma’s A en B gehaald. Daarna kon men verder met zwemvaardigheidsdiploma’s. De ‘deskundigen’ hebben een aantal jaren geleden echter gevonden dat de diploma’s aan deze tijd moesten worden aangepast. Dat betekende dat het allemaal wat speelser en sneller moet en dat er niet meer zo streng gekeken moet worden naar de uitvoering van de zwemslagen en of de kinderen wel echt veilig zelfstandig in het diepe water kunnen zwemmen. Zwemmen moet leuk zijn. De kinderen moeten met plezier terugkijken op hun zwemlessen om later ook nog met genoegen een duik in het water te nemen. Daar streven de instructeurs van D.E.S. dan ook naar. Maar soms staat dat op gespannen voet met de uitvoering van de zwemslagen, want D.E.S. is geen diplomafabriek, maar ook een zwemsportvereniging. En wij hopen dat de kinderen op een gegeven moment doorstromen naar het wedstrijdzwemmen of waterpolo omdat ze het zwemmen zo leuk vinden. Maar daarvoor moet je wel een goede zwemslag hebben.

Ons instructiekader is dan ook altijd op zoek naar een goede mix: plezier bij het zwemmen, maar ook een betere uitvoering van de zwemslagen dan feitelijk wordt voorgeschreven. Dat heeft tot gevolg dat de tijd tot het A-diploma voor ouders soms wel erg lang duurt. Zeker als een ouder beseft dat dit diploma niet genoeg is, maar dat het hele ABC gezwommen moet worden.

Word hulpouder.
Toch kunt u de tijd die u moet wachten ook op een leukere manier doorbrengen dan alleen de krant te lezen of met een kopje koffie door de ramen te staren: word hulpouder! U kunt het kader (en ook de leerlingen – dus ook uw eigen kind(eren)) op verschillende manieren helpen: toezicht bij de kleedkamers tijdens het omkleden, de kinderen begeleiden naar het water, als extra paar ogen tijdens de zwemlessen rondlopen, kinderen tijdens de les begeleiden naar het toilet of – en dit is het aller-leukste – in het water helpen bij de zwemlessen. Vraag aan de coördinator in het zwembad of aan het tafeltje eens hoe u kunt helpen.